Nienke Boschmans tweeduuster

tekening

Dit was Flappie niet

Geplaatst

Ik had dit gisteravond willen doen, maar toen kwam er een verdrietig bericht mijn e-brievenbus binnen en had ik geen zin meer.

Vandaag, eerste kerstdag, toch maar wel. Het gedicht hieronder heb ik van een Poëziescheurkalender overgehouden. Ik weet niet meer wanneer. Een jaar waarin 24 december op een vrijdag viel. Ik vond het gedicht ook in de DBNL en heb spelling en interpunctie aan die versie aangepast. DBNL vermeldt als datum 25 december 1951

KERSTKONIJN

‘t Is hallef tien – de avond is ‘t,
waarop de Heiland werd geboren;
- wat lange wimpers heeft de os, de ezel wat fluwelen oren -
Maar waar is nu het kerstkonijn,
het witte met de rode ogen,
dat nooit genoeg gestreeld kon zijn?
- O, zoveel liefde werd tot logen,
want, in de vriesnacht, aan de lijn hangt, rood-geaderd, binnenst-buiten,
het jasje van het kerstkonijn.
- Er klimt een treurwilg langs de ruiten -
en alles zou zo erg niet zijn, als niet de jongen was bedrogen;
er vaart door hem een vreemde pijn;
nu heeft hij zelf zo rode ogen;
hij ziet de wereld: lijn aan lijn,
miljoenen vachtjes, stijf-bevroren,
- massacre van het kerstkonijn -
en wil niets van de Heiland horen.

Jac van Hattum


Reacties

Op dit artikel kan niet gereageerd worden.

← Ouder Nieuwer →